Verkeerstips

Handige tips voor in het verkeer

Pech: Als je met pech op de vluchtstrook van een autosnelweg stilstaat, wacht dan niet in de auto. De kans dat je vanachter aangereden wordt door een onoplettende bestuurder is aanwezig. Wacht buiten de auto, aan de andere kant van de vangrail, de bermkant dus. Zo ben je beter beschermd tegen gevaarlijke situaties.

File: Mocht je als laatste in een file aansluiten, zet dan even je alarmverlichting aan, auto’s die je vanachter naderen zullen eerder zien dat je stilstaat. Je zult zien dat meestal de auto achter je zijn alarmlichten ook aanzet, op dat moment kun jij ze uitzetten en zorg je er samen voor dat gevaarlijke situaties niet ontstaan.

File: Als je eenmaal midden in een file staat, houd dan afstand van je voorganger, ook al sta je stil. Mocht je om welke reden dan ook moeten uitwijken/vluchten vanwege een ambulance of brand, dan is daar de ruimte voor.

Kruispunt: Als je als enige voor een verkeerslicht staat te wachten, houd dan altijd je voet op de rem. Mocht het zo zijn dat iemand achterop je rijdt, dan word je niet het kruispunt op geduwd en voorkom je dat je van links of rechts nóg een keer aangereden wordt.

Overweg: Mocht je een spooroverweg oversteken, met of zonder slagbomen, kijk dan altijd even links en rechts voordat je het spoor oversteekt. Het zal niet de eerste keer zijn dat de spoorbomen niet werken en er iemand aangereden wordt door een trein. Je verliest het áltijd…Kijken kost niks, en het kan heel veel leed besparen.

Overweg: Het zou erg toevallig zijn maar niet uitgesloten, pech precies op een overweg. Wat kun je doen als je auto niet meer start en je staat midden op een overweg. Doe het volgende: kies de 1e versnelling, laat de koppeling geheel los en start de auto. De startmotor van de auto zal de auto het spoor over duwen, dit gaat niet snel, maar je hebt in ieder geval de auto van de overgang weggehaald.

Gladheid op bruggen en viaducten: Als er in de winter gewaarschuwd wordt voor gladheid moet je daar rekening mee houden. Let extra op de gladheid op bruggen en viaducten, deze worden namelijk van boven én van onder gekoeld waardoor deze dus extra glad kunnen zijn! Vooral beweegbare bruggen, omdat deze erg dun zijn en dus erg snel afkoelen.